Ontheemd en berooid
‘Toen we vertrokken met de Boschfontein, begonnen alle vrouwen te huilen,’ vertelt Ineke Kuik. ‘Ik snapte het niet, want zó leuk hadden we het daar toch écht niet gehad’. De toen 7-jarige Ineke kende hoofdzakelijk het Japanse kampleven. De vrouwen kenden echter een leven, dat mooi begon maar slecht eindigde. Volledig gedesillusioneerd en berooid gingen zij in maart 1946 aan boord van de Boschfontein, geliefden achterlatend op het kerkhof.
In het topjaar 1946 keren ruim 69.000 personen terug naar Nederland. Het zijn voornamelijk ernstig zieken, weduwen met hun kinderen en wezen. Deze stroom oorlogsevacués houdt aan tot ongeveer eind 1948. De meesten van hen keren na een herstelperiode terug, anderen blijven voorgoed.
Met de soevereiniteitsoverdracht van Nederlands-Indië aan Indonesië op 27 december 1949 begint de definitieve uittocht naar Nederland van (Indische-)Nederlanders en van leden uit andere bevolkingsgroepen die positieve banden hadden met het koloniale bewind, zoals Molukkers, Chinezen en Papoea’s. Zij kwamen niet allemaal tegelijkertijd, maar in golven, opgestuwd door de oplopende politieke spanningen tussen Nederland en Indonesië over de kwestie Nieuw-Guinea. Tot en met 1968 vertrekken er ruim 300.000 mensen naar Nederland.