Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 legt jaarlijks kransen op buitenlandse erevelden. In de afgelopen jaren werden er kransen gelegd op de volgende erevelden.

Ancol te Jakarta

Het ereveld Ancol ligt aan de kust bij Jakarta (Tandjong Priok). Het is het ereveld der geëxecuteerden. De Japanse bezetters executeerden vele honderden mannen en vrouwen, die deel hadden genomen aan het Indisch verzet. Daarvoor hadden zij een afgelegen, ontoegankelijke plaats uitgezocht, een vloedbos aan de kust, waar zij dachten ongezien hun gang te kunnen gaan. Een doofstomme, Chinese tempelwachter kon echter na de oorlog getuigen van hun wandaden. De slachtoffers werden naamloos begraven en konden meestal daarna niet meer geïdentificeerd worden. Later werden ook elders geëxecuteerde slachtoffers op dit ereveld herbegraven. Op ereveld Ancol liggen meer dan 2.000 slachtoffers begraven. Op 15 augustus 2018 legde de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 een krans bij het monument.

Candi te Semarang

Ereveld Candi is gelegen in de heuvels even ten zuiden van Semarang. Het werd aangelegd op initiatief van de militairen van het eerste contingent Nederlandse troepen – de ‘T-brigade’ -, dat 12 maart 1946 bij Semarang aan land kwam. Op dit ereveld zijn uitsluitend gesneuvelde militairen (her)begraven. Oorspronkelijk was het de bedoeling om hier voor zover mogelijk alle na-oorlogse in Midden-Java gesneuvelde militairen te (her)begraven. Maar naderhand werd dit ereveld tevens bestemd als begraafplaats voor de militaire slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog, die verspreid in Midden-Java waren begraven. Ereveld Candi telt meer dan 1.000 graven. Op 15 augustus 2018 legde de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 een krans bij het monument.

Kalibanteng te Semarang

Ingeklemd tussen de luchthaven van Semarang en de Jalan Siliwangi, de vroegere Grote Postweg, ligt het ereveld Kalibanteng. Hier liggen ruim 3.100 oorlogsslachtoffers begraven. Het overgrote deel van deze slachtoffers zijn burgers uit de beruchte Japanse interneringskampen van Midden-Java, zoals Ambarawa, Banju Biroe, Lampersari en Karangpanas. Zij kwamen om als gevolg van de erbarmelijke omstandigheden in deze kampen, gedurende de Japanse bezetting van 1942 tot 1945. Veel vrouwen en kinderen liggen hier begraven. Voor hen werden op het ereveld het vrouwenmonument en het jongenskampenmonument opgericht. Op 15 augustus 2018 legde de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 een krans bij het monument.

Kembang Kuning te Surabaya

Op ereveld Kembang Kuning in Surabaya zijn burgerslachtoffers van de kampen op Oost-Java begraven, alsmede militairen van de Koninklijke Landmacht, het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine. In totaal liggen hier meer dan 5.000 slachtoffers begraven. Kembang Kuning wordt ook wel het marine-ereveld genoemd. Dit is niet zo vreemd, want de centrale plaats op dit ereveld wordt ingenomen door het Karel Doorman-monument. Dit monument herinnert aan de Slag in de Javazee op 27 februari 1942. Daarbij ging schout-bij-nacht Karel Doorman met zijn geallieerde eskader ten onder. Het betekende het einde van een heroïsche poging de Japanners de doorgang naar Java te beletten. Van de slachtoffers die vielen bij deze slag, werd slecht een enkeling hier begraven. 915 marinemannen vonden een zeemansgraf. Hun namen staan op 15 bronzen platen op de achterzijde van het monument en zijn ook terug te vinden in de Gedenkboeken van de Oorlogsgravenstichting. Op 15 augustus 2018 legde de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 een krans bij het monument.

Leuwigajah te Cimahi

Niet ver van Bandung, even buiten de stad Cimahi, ligt het ereveld Leuwigajah. Van alle erevelden die de Oorlogsgravenstichting beheert, ligt op Leuwigajah het grootste aantal slachtoffers begraven. Op dit ereveld zijn veel stoffelijke resten van mensen herbegraven, die eerst elders op een ereveld in de archipel begraven zijn geweest (Sumatra, Borneo). Behalve kampslachtoffers werden hier ook vele militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) en van de Koninklijke Landmacht begraven, die sneuvelden in de woelige jaren na de Japanse capitulatie. Op dit ereveld bevinden zich de graven van ruim 5.000 Nederlandse oorlogsslachtoffers. Op 15 augustus 2018 legde de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 een krans bij het monument.

Menteng Pulo te Jakarta

Van de zeven Nederlandse erevelden op Java is het ereveld Menteng Pulo het meest bekend. Dit komt vooral door de Simultaankerk en het aangrenzende Columbarium met meer dan 700 urnen van in Japan omgekomen Nederlandse krijgsgevangenen. Hier rusten Nederlandse slachtoffers die de verschrikkingen van de Japanse kampen niet hebben overleefd en Nederlandse militairen die tijdens de politionele acties (1945-1949) om het leven kwamen. Ereveld Menteng Pulo telt ongeveer 4.300 graven. Op 15 augustus 2018 legde de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 een krans bij het monument.

Pandu te Bandung

Ereveld Pandu ligt in Bandung. Op dit ereveld rusten militairen van het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL), die omkwamen in de strijd tegen de Japanners, maar ook vele burgers uit de interneringskampen in en rond Bandung. Ook in de onrustige tijd na de capitulatie van Japan in 1945 waren vele slachtoffers te betreuren, burgers zowel als militairen waaronder velen van de Koninklijke Landmacht. Zij waren als oorlogsvrijwilliger of als dienstplichtige uitgezonden om orde en rust te brengen. Op het hoogste punt van het ereveld Pandu staat het vlaggenmonument met in de voet de namen van de plaatsen waar slag is geleverd. Rond dit monument bevinden zich gedenkplaten met de namen van de gesneuvelden van de Ciater- en Subangstellingen, de laatste verdedigingslinies voor Bandung. Tevens staan hier het KNIL-monument en de tombe voor de ‘onbekende soldaat’ en voor de ‘onbekende burger’. Ereveld Pandu telt ruim 4.000 graven. Op 15 augustus 2018 legde de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 een krans bij het monument.

Thanbyuzayat War Cemetery te Myanmar

De Birma-spoorweg is de beruchte spoorweg tussen het toenmalige Birma (nu Myanmar) en Thailand. Deze verbinding werd in opdracht van de Japanse overheersers aangelegd door duizenden dwangarbeiders en krijgsgevangenen. Velen hebben dit niet overleefd. Met recht noemt men de spoorlijn ook wel de ‘Dodenspoorweg’. De spoorweg was gereed in december 1943. Vanaf dat moment bestonden de werkzaamheden uit onderhoud en het repareren van de schade die door geallieerde bommenwerpers werd toegebracht. Omdat de werkkampen vaak ingericht waren naast vitale punten van de spoorweg, vielen tijdens een bombardement vaak ook veel slachtoffers en gewonden onder de dwangarbeiders. De Japanse leiding gaf echter geen toestemming de kampen te markeren. In totaal heeft de spoorweg het leven van 80.000 tot 100.000 mensen gekost. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders. 15.000 Krijgsgevangenen stierven aan de gevolgen van uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen 7.000 Britten, 4.500 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 3.000 Nederlanders. Ook vele Thaise, Birmaanse, Maleisische en Indonesische dwangarbeiders hebben de verschrikkelijke omstandigheden niet overleefd. Aanvankelijk werden de doden langs de spoorweg begraven. Later zijn zij (her)begraven op drie erevelden: Chungkai en Kanchanaburi in Thailand en Thanbyuzayat in Birma. De aanleg van deze erevelden gebeurde op initiatief van de ‘Commonwealth War Graves Commission’. Dit is de Britse zusterorganisatie van de Oorlogsgravenstichting. Zij is verantwoordelijk voor het inrichten en onderhouden van oorlogsgraven van landen uit het Gemenebest. Ook het onderhoud van de Nederlandse graven op hun erevelden wordt door deze organisatie verzorgd, in overleg met de Oorlogsgravenstichting. Op 15 augustus 2018 legde de Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 een krans bij het monument.

Chungkai War & Kanchanabur Cemetery te Thailand | In November

De Birma-spoorweg is de beruchte spoorweg tussen het toenmalige Birma (nu Myanmar) en Thailand. Deze verbinding werd in opdracht van de Japanse overheersers aangelegd door duizenden dwangarbeiders en krijgsgevangenen. Velen hebben dit niet overleefd. Met recht noemt men de spoorlijn ook wel de ‘Dodenspoorweg’. De spoorweg was gereed in december 1943. Vanaf dat moment bestonden de werkzaamheden uit onderhoud en het repareren van de schade die door geallieerde bommenwerpers werd toegebracht. Omdat de werkkampen vaak ingericht waren naast vitale punten van de spoorweg, vielen tijdens een bombardement vaak ook veel slachtoffers en gewonden onder de dwangarbeiders. De Japanse leiding gaf echter geen toestemming de kampen te markeren. In totaal heeft de spoorweg het leven van 80.000 tot 100.000 mensen gekost. Tijdens de aanleg stierven per dag gemiddeld 75 arbeiders. 15.000 Krijgsgevangenen stierven aan de gevolgen van uitputting, ziekte en ondervoeding. Onder hen 7.000 Britten, 4.500 Australiërs, 131 Amerikanen en bijna 3.000 Nederlanders. Ook vele Thaise, Birmaanse, Maleisische en Indonesische dwangarbeiders hebben de verschrikkelijke omstandigheden niet overleefd. Aanvankelijk werden de doden langs de spoorweg begraven. Later zijn zij (her)begraven op drie erevelden: Chungkai en Kanchanaburi in Thailand en Thanbyuzayat in Birma. De aanleg van deze erevelden gebeurde op initiatief van de ‘Commonwealth War Graves Commission’. Dit is de Britse zusterorganisatie van de Oorlogsgravenstichting. Zij is verantwoordelijk voor het inrichten en onderhouden van oorlogsgraven van landen uit het Gemenebest. Ook het onderhoud van de Nederlandse graven op hun erevelden wordt door deze organisatie verzorgd, in overleg met de Oorlogsgravenstichting. In November 2018 zal Stichting Nationale Herdenking 15 augustus 1945 bij beide monumenten een krans leggen.

 

Kranji te Singapore

Op dit ereveld liggen gesneuvelden uit de oorlog en omgekomen krijgsgevangenen uit de krijgsgevangenkampen Changi en Kranji. Er liggen 19 Nederlanders begraven. Op 15 augustus 2015 legde de Stichting Herdenking een krans bij het monument.

 

Hodogoya te Yokohama

Op 1 augustus heeft de Nederlandse defensie attaché te Japan namens de Stichting Herdenking 15 Augustus 1945 een krans gelegd op het Yokohama War Cemetery te Hodogaya.

 

Karakatta te Perth

Op 15 augustus 2015 legde de consul Arnold Stroobach namens de Stichting een krans bij het monument.

 

Kanchanaburi te Thailand

Op de erevelden Don Ruk en Chung Kai te Kanchanaburi vond op 15 augustus een herdenking plaats. Namens het Koninkrijk der Nederlanden werden de kransen gelegd door ambassadeur Z.E. K.J. Hartogh en de defensie-attaché namens de ambassade en door de consul in Phuket. De 85-jarige Korea-veteraan de heer H. Visser en KLTZ b.d. J.P. van der Meulen legden namens de Stichting Herdenking 15 Augustus de krans.

 

Mizumaki te Japan

Bij het kruismonument in Mizumaki is namens de Stichting een krans gelegd. De ceremonie werd onder andere bijgewoond door de familie Kurokawa. De familie Kurokawa en dan met name Hiroshi (een oud mijnwerker) heeft de Nederlandse initiatiefnemer van het monument, de heer Dolf Winkler, vanaf het begin ondersteund. Na het overlijden van Hiroshi en Dolf in 2009, heeft de jongere broer, Hidetoshi Kurokawa, met de hulp van vrijwilligers, zorg gedragen voor het onderhoud. Het monument ziet er onberispelijk uit. Na een korte speech volgde de kranslegging en een bloemenhulde. Het was een kleine maar mooie en waardige ceremonie.

 

Menteng Pulo Jakarta

Op 15 augustus 2015 vormde het Nederlands ereveld Menteng Pulo zoals gebruikelijk de passende omlijsting voor de jaarlijkse herdenking van het einde van de Tweede Wereldoorlog. Ruim 40 belangstellenden, voornamelijk afkomstig uit de Nederlandse gemeenschap, woonden de plechtigheid bij. DI heette in de Simultaankerk op het ereveld de aanwezigen welkom. In zijn toespraak ging hij in op de betekenis van de 15e augustus aan de hand van een kort historisch overzicht van het verloop van de Tweede Wereldoorlog in Zuid-Oost Azië.

 

Myanmar

Ook op het Thanbyuzayat War Cemetery in Myanmar werd namens de Stichting een krans gelegd.

 

Ambon

Op het ereveld van de Commonwealth War Graves Commission werd op 15 augustus een krans gelegd. Er liggen ruim 2000 Australische, Britse en Brits-Indische militairen, maar ook 186 Nederlanders.

 

Hongkong Sai Wan War Cemetary

Op 15 augustus legden de Assistent Defensie Attaché van onze ambassade in Peking, Jos Goffin en Wilfred Mohr, Consul Generaal een krans bij de graven van de 72 Nederlandse soldaten die begraven liggen op het ereveld Sai Wan War Cemetry. Een vertegenwoordiger van de HK politie blies, na de kranslegging en één minuut stilte, de last post.