De oorlog tegen Japan begon op 8 december 1941. Al direct kwam het tot gevechten op zee en in de lucht, met slachtoffers aan beide kanten. Nederlands-Indië werd van 1942 tot 1945 bezet door Japan, bondgenoot van Duitsland in Zuidoost-Azië. Op 15 augustus 1945, kort na de bombardementen op Hiroshima en Nagasaki, capituleerde Japan. Daarmee kwam officieel een einde aan de Tweede Wereldoorlog in het Koninkrijk der Nederlanden.
Miljoenen onderdanen van het Koninkrijk hebben zwaar geleden als gevolg van honger, dwangarbeid, geweld, vernedering en terreur. Op erevelden in Indonesië en daarbuiten liggen 25.000 Nederlandse doden begraven. Vele Indonesische slachtoffers hebben geen speciale begraafplaats gekregen. Bovendien werkte de oorlog door bij miljoenen die de verschrikkingen wisten te overleven.
Jaarlijks staan we op 15 augustus stil bij het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog en het leed dat een groot en divers deel van onze samenleving diep getroffen heeft en nog altijd doorwerkt. Dit is een erkenning van de getroffenen uit de nationale geschiedenis en het benadrukt de verbondenheid van ons allen met dit gedeeld verleden. De Melati, de Indische jasmijn, wordt dan gedragen als nationaal symbool van respect, betrokkenheid en medeleven.
Op 15 augustus herdenken we jaarlijks bij het Indisch Monument in Den Haag alle slachtoffers van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië. Honderdduizend kinderen en volwassen burgers werden geïnterneerd in kampen, honderdduizenden anderen werden buiten de kampen aan hun lot overgelaten. Tienduizenden zogenoemde ‘troostmeisjes’ werden uitgebuit, en honderdduizenden verrichten onmenselijke dwangarbeid, onder hen vele krijgsgevangenen en Indonesische romusha. De oorlog trof alle bevolkingsgroepen van de koloniale samenleving in de Archipel, waaronder Indonesiërs, Molukkers, Indo-Europeanen, Europeanen, Papoea’s, de Joods-Indische en Chinees-Indonesische gemeenschap. Wij herdenken op 15 augustus alle slachtoffers van het Japanse oorlogsgeweld. Wilt u de herdenking bijwonen? Lees meer over hoe u de herdenking op 15 augustus kunt bijwonen.
Op 15 augustus eindigde wel de oorlog, maar het bracht geen vrede. Twee dagen na de capitulatie van Japan, op 17 augustus 1945, riepen de Indonesische nationalisten Soekarno en Hatta de Indonesische onafhankelijkheid uit.
In het machtsvacuüm direct na de oorlog was er veel geweld tegen iedereen die ervan verdacht werd Nederlands gezind te zijn. Het daaropvolgende grootschalige oorlogsgeweld, de ongekend grote ontheemding en de kille ontvangst in Nederland werken door tot op de dag van vandaag.
Het Indisch Monument in Den Haag werd in 1988 onthuld door Koningin Beatrix. De jaarlijkse herdenking die sinds toen bij het Indisch Monument wordt gehouden is een van de drie Nationale Herdenkingen in Nederland. Op 15 augustus geldt een officiële vlaginstructie.
Een groeiend aantal van 3.000 betrokkenen van diverse generaties zijn jaarlijks bij de herdenking aanwezig en de herdenking wordt live uitgezonden door de NOS met gemiddeld 400.000 kijkers. Elk jaar zijn de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer aanwezig, de Minister-President, andere leden van de Koninkrijksregering, de ambassadeur van Indonesië, ambassadeurs van de geallieerde landen en de commandanten van de vijf krijgsmachtonderdelen. Eens in de vijf jaar woont het staatshoofd de herdenking bij. Ook zijn op en rond 15 augustus diverse andere herdenkingen in het land, waar de Nationale Herdenking mee samenwerkt.
Ondanks het feit dat al enige jaren de verjonging en verbreding van ons publiek toeneemt en de herdenking de laatste jaren meer dan ooit publiciteit heeft gegenereerd, zijn we ervan doordrongen dat we moeten blijven innoveren om de nieuwe generatie structureel te binden en te activeren. De oorlog staat namelijk letterlijk en figuurlijk steeds verder van ons af. De nieuwe generaties weten niet beter dan in vrijheid te leven.
Maar onze naoorlogse samenleving is sociaal en cultureel verrijkt door de komst van meer dan 350.000 mensen uit voormalig Nederlands-Indië. Inmiddels zijn er meer dan 2 miljoen Nederlanders met een Indische familiegeschiedenis. En al jarenlang is er een toenemende belangstelling voor de Indische identiteit in het algemeen en voor de Nationale Herdenking 15 Augustus 1945 in het bijzonder. Steeds meer Nederlandse jongeren ontdekken hun afkomst en zien daarin een afspiegeling van de cultureel rijke en diverse samenleving die Nederland is geworden. Deze groep Nederlanders is zo divers als de koloniale samenleving als waar ze uit voortkomt. Chinese Indonesiërs, Molukkers, Indo’s, Totoks, Indonesiërs en in toenemende mate alle mogelijke culturele mengvormen. Ondanks de verschillende achtergronden van deze Nederlanders delen ze eenzelfde geschiedenis: het verliezen van hun moederland, de oorlogservaringen in Azië en de impact van de grootschalige ontheemding en de kille ontvangst in Nederland. Ervaringen die doorwerken in volgende generaties.
Vooral onder jongeren van de derde en vierde generatie neemt de belangstelling voor de eigen identiteit toe en groeit de behoefte hier iets mee te willen doen. Er is een duidelijke toename van online reacties en eigen bijdragen op sociale media. De aanwezigheid van vloggers en bloggers, van vrijwilligers en van jongeren die samen met leeftijdsgenoten naar de herdenking komen, neemt duidelijk toe.
Op die datum is er in voormalig Nederlands-Indië echter nog geen bevrijding. De Japanse overheersing drukt in de hierop volgende maanden nog zwaar op alle inwoners van dat land en ver daarbuiten.