Het was een heel bijzondere ervaring om mijn oma bij de herdenking te mogen toespreken.
Interview Arnout Jan de Beaufort
“Het was een heel bijzondere ervaring om mijn oma bij de herdenking te mogen toespreken. Ze was erbij: ik kon het woord echt tot haar richten. Ondanks haar bescheidenheid straalde ze van trots.”
Mijn toespraak ging over respect en erkenning. Daarvoor richtte ik me speciaal tot mijn oma. Ze verloor haar verloofde bij de Slag om de Javazee. Tijdens de Japanse bezetting heeft ze lange tijd in verschillende interneringskampen moeten doorbrengen. In mijn speech zei ik dat ik het fijn zou vinden als ook anderen erkennen wat mijn oma tijdens de oorlog heeft doorgemaakt. Mijn gebaar van respect was niet alleen voor haar bedoeld, maar voor alle mensen die onder de onderdrukking van de Japanners hebben geleden. Het is belangrijk dat we dat elk jaar weer tonen door hen te herdenken op 15 augustus.
Het was een heel bijzondere ervaring om mijn oma bij de herdenking te mogen toespreken. Ze was erbij: ik kon het woord echt tot haar richten. Ondanks haar bescheidenheid straalde ze van trots. Ik denk dat trots wel het beste woord is. Ze was trots dat haar kleinzoon mocht spreken en dat hij haar toesprak. Na afloop werden een paar vragen gesteld door de NOS. In dat interview zei ze niet veel, maar aan alles voelde ik dat ze het ook een bijzondere dag vond. Mijn oma vertelde ons vaak de stoere en spannende ervaringen, maar de ergste gebeurtenissen vertelde ze niet.
Ik realiseerde me dat 15 augustus een grote herdenking was. Ik had alleen wel het gevoel dat deze datum een beetje in de schaduw stond van 4/5 mei. Dat laatste is tegenwoordig gelukkig een stuk minder het geval.
Het is indrukwekkend om mee te maken wat er op die dag allemaal gebeurt en wie er komen. Ik zat een paar stoelen verwijderd van de minister-president. Ik mocht een krans leggen met Piet Hein Donner. En na de herdenking was er nog een hele lange bijeenkomst. Daar kon iedereen elkaar ontmoeten en werd er met elkaar gegeten. Dat weet je niet als je alleen maar de televisie-uitzending ziet.
In mijn gebaar van respect vertelde ik ook over een ervaring die ik zelf had meegemaakt. Ik heb twee keer meegedaan aan het Prinses Christina concours. Dat is een muziekconcours voor jongeren van 12 tot en met 19 jaar. De oorkonde die ik daarvoor kreeg gold voor mij als blijk van waardering voor mijn inzet. Met die vergelijking wilde ik vertellen dat het maken van een gebaar van respect erg belangrijk is. Maar mijn ervaring staat natuurlijk niet in verhouding tot wat de mensen toen hebben moeten meemaken.
Het jaar nadat ik mocht spreken ben ik nog een keer met mijn oma naar de herdenking geweest. Het jaar daarna is ze overleden.
Ik vind het van het grootste belang dat wij ons respect elk jaar opnieuw door middel van een herdenking tonen. Degenen die het hebben meegemaakt staan stil bij de mensen die ze hebben verloren. Die generatie is er bijna niet meer. Het is nu aan de kinderen en de kleinkinderen om hun ouders en grootouders te herdenken.