Op de Nederlandse erevelden in Indonesië liggen niet alleen militairen, maar ook burgerslachtoffers begraven. Mannen, vrouwen en kinderen van verschillende landaard; christenen, joden, moslims en boeddhisten.
Oorspronkelijk waren er 22 erevelden, in de jaren 1946-1952 aangelegd door de Gravendienst van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger, verspreid over de hele archipel. De aarde van deze 22 erevelden is verzameld in een urn, die is ingemetseld in het Nationaal Monument op de Dam te Amsterdam achter de steen met het Nederlandse wapen (zie ook Indisch Monument – Historie).
Na de soevereiniteitsoverdracht werd het aantal erevelden op verzoek van de Indonesische regering ingekrompen. De betreffende stoffelijke resten zijn overgebracht naar de op Java gelegen erevelden die worden beheerd door de Oorlogsgravenstichting.
Het ereveld Galala-Tantui op Ambon herbergt de graven van militairen uit het Britse Commonwealth en 185 Nederlanders. Deze begraafplaats wordt beheerd door de Britse Commonwealth War Graves Commission, evenals alle andere erevelden in Zuidoost-Azië buiten Indonesië.
Een urn met de aarde van de acht erevelden in Indonesië is in 2005 ingemetseld in het zuiltje bij het Indisch Monument.
Naast veel burgers liggen hier militairen begraven, onder wie Generaal S.H. Spoor. In totaal rusten er 4.270 doden waaronder die van elders opgeheven erevelden te Banjarmasin, Tarakan, Menado, Palembang, Balikpapan, Makassar en Cililitan. De as van 728 doden is in urnen uit Japan overgebracht en op dit kerkhof bijgezet.
Ancol is het ereveld der geëxecuteerden, mannen en vrouwen die deel hadden genomen aan het verzet. Zij werden op deze plek geëxecuteerd en naamloos begraven. De overledenen, waarvan de stoffelijke resten onidentificeerbaar bleken, zijn begraven in massagraven. Besloten werd om alle geëxecuteerden, ook van elders, hier hun laatste rustplaats te laten vinden. In totaal rusten er 2.118 doden waaronder bijbegravingen uit Banjarmasin, Medan, Makassar en Mandor.
Op dit ereveld liggen militairen van het KNIL begraven, die vielen bij de verdediging van de Tjiaterstelling, het laatste bolwerk voor Bandung en degenen die daarna na hun overgave door de Japanners zijn vermoord. Totaal aantal doden: 3.988 inclusief de bijbegravingen uit Muntok, Palembang en Makassar.
Door de vele herbegravingen is Leuwigajah uitgegroeid tot het ereveld met het grootste aantal graven. In totaal rusten er 5.181 doden waaronder bijbegravingen uit Muntok, Padang, Tarakan, Medan, Palembang en Balikpapan. Hier bevindt zich ook de gedenksteen Junyo Maru ter nagedachtenis aan de torpedering van dit Japanse transportschip, waarbij 1600 krijgsgevangen en ca. 4.000 Indonesische romusha’s (dwangarbeiders) omkwamen.
Op dit ereveld zijn uitsluitend militairen begraven, 1.088 in totaal.De aanleg geschiedde op initiatief van het eerste contingent Nederlandse troepen, dat in maart 1946 in Semarang arriveerde. Bijbegravingen uit Palembang en Makassar.
Op dit ereveld zijn uitsluitend militairen begraven, 1.088 in totaal.De aanleg geschiedde op initiatief van het eerste contingent Nederlandse troepen, dat in maart 1946 in Semarang arriveerde. Bijbegravingen uit Palembang en Makassar.